Werkschema 'Goede vriend'

 

  1. Vraag de leerlingen: ‘Wat maakt iemand tot een goede vriend?’
  2. Vraag om elk gedurende twee minuten kenmerken van een goede vriend op te schrijven.
  1. Laat de leerlingen deze kenmerken twee per twee bespreken.

     Laat ze ook hun lijst met kenmerken lezen en de gemeenschappelijke aanduiden.

  1. Bespreek de kenmerken van een goede vriend met de hele klas.

     Vraag elk duo om een kenmerk op te noemen van hun lijst zonder iets

     te herhalen van hun klasgenoten. Schrijf deze kenmerken op.

  1. Vraag door tot de leerlingen geen kenmerken meer hebben.
  1. Laat de leerlingen zien hoe veel van hun ideeën samen horen door

     de gemeenschappelijke kenmerken samen te zetten in groepjes.

     Geef elk groepje een titel.

  1. Vraag leerlingen om zichzelf als vriend te beschrijven aan de hand

      van de opgesomde criteria.